Oordopjes behoren tot de standaarduitrusting
“Als je een auto aanpakt kun je kiezen uit twee manieren: of je restaureert hem tot beter dan showroomstaat, of je laat een stukje historie zien in die auto. Ik hang dat laatste aan. Dat die auto geleefd heeft, dat ‘ie op z’n donder heeft gehad, dat ‘ie 50 jaar oud is, dat moet je kunnen zien op de een of andere manier, ik vind dat mooi.”
Dat is de visie waarmee Jan Dragt zijn 96 tweetakt al 21 jaar op de weg houdt. Met de auto wordt veel gereden, Jan schat dat er minstens 100.000 km mee gereden is in die periode. Niet alleen door Jan, ook door zijn dochters. Het is een bijzondere gezinsauto anno 2021. Om dit te kunnen doen wordt de auto goed onderhouden, maar wel op een manier waarmee de historie niet weggepoetst wordt.
Jan was oorspronkelijk een Volvo-man, al 40 jaar bezit hij een Kattenrug. “Ik had een adresje in Hoogeveen bij iemand met allemaal Volvo onderdelen die hij overal vandaan haalde. Daar kwamen mijn onderdelen vandaan. Er was daar een gepensioneerde spoorweg-machinist die er werk verrichtte. Die kwam naar mij toe en zei: “Jan, ik heb een Saab voor je”. Ik zei: “Wat moet ik met een Saab? Ik heb een Volvo.” Hij hield vol: “Maar het is een tweetakter”. Ik heb gereden in de Saab en hij reed eigenlijk best wel lekker. Toen vroeg hij er een bedrag voor waarvan ik dacht: “Da’s aan de hoge kant”. Dus ik zei: “Tegen de tijd dat je gehalveerd bent mag je terugbellen.”
“Maanden gingen voorbij en waarachtig, hij belde terug en zei: “Heb je nog interesse?” We kwamen tot een deal en ik ben de auto gaan halen. Reed in rotweer naar huis en had op een gegeven moment een plas water bij mijn voeten staan. Ik wist toen nog niet dat er onder de parafan een klep zit die je dicht moet zetten bij regenen. Die stond open waardoor al het regenwater naar binnen liep.” De Saab kwam niet boven de 120 uit en het bonkte in de kofferbak, dus Jan was niet zo blij met zijn aankoop. Te meer daar het een project was met zijn dochter – hij heeft twee zeer technische dochters - en hij dacht: “Kom ik aan met een leuk autootje en dan blijkt het niks te zijn”.
“Maar ik toen ik thuiskwam, deed ik de kofferbak open en wat lag daarin? Een reserve motorblokje! Dat was het gebonk. Daarnaast een doos vol met papieren van de eerste en vorige eigenaren. We hebben het eruit gehaald en vanaf toen werd er gewoon gereden met de auto. De oudste dochter studeerde in Groningen en die vond het een leuke auto. Ze is er steeds meer mee gaan rijden. Reed ermee naar Pinkpop, Lowlands, Dancing feesten in Duitsland, de auto is intensief gebruikt. De faculteit in Groningen waar ze studeerde had vaak gastsprekers en die kwamen aan met het vliegtuig op Eelde en moesten dan naar Groningen gereden worden. Toen bood dochterlief aan dat te doen met de Saab. De auto is daarna jarenlang ingehuurd als taxi door de universiteit van Groningen. Vooral de Amerikanen waren er verzot op en zeiden: “Dit ken ik nog uit mijn jeugd!”
Zelf heeft Jan er veel grote ritten mee gedaan en heel veel Saabclub ritten. “Ik gaf in die tijd nog rondleidingen op het Aviodrome en ging dan met de TT die ik stalde onder de vliegtuigen. Ik heb het zelfs een keer voor elkaar gekregen om het vliegverkeer stil te leggen en met de auto’s over de startbaan te rijden. Dat kan tegenwoordig niet meer.”
Oordopjes tegen het geluid behoren tot standaarduitrusting, “Want als je een uurtje in die auto hebt gezeten ben je helemaal horendol.” Het was me al opgevallen dat de 96 enorm veel herrie maakt en ik vraag Jan of hij wel voldoet aan de wettelijke geluidsnormen. “Ik ben wel eens aangehouden en dan zeg ik: “Dat hadden die oude auto’s zo.” Dat zijn meestal agentjes van 20-35 jaar en die hebben geen idee hoe die auto’s vroeger klonken. En dan zeg ik: “Maar ze klonken echt zo hoor, dit is een originele uitlaat”. Dat is wel waar, maar origineel zonder dempers … En ik moet zeggen die Simons uitlaat, zeker op die tweetakt, dat scheelt een berg aan vermogen, met name qua trekkracht. Echt een dag en nacht verschil is dat, maar ook qua geluid.”
Die uitlaat is dus aangepast en er is in de loop der jaren veel vervangen aan de auto, o.a. remmen, remtrommels en -leidingen. Het motorblok is er een paar keer uit geweest, maar nooit gereviseerd, het andere blok staat nog steeds in de schuur. Hoeveel kilometers heeft Jan ermee gereden? “Dat weet ik niet. Op een gegeven moment had ik een Vechtdalrit gedaan met de Saabclub, toen reed ik terug en op de IJsselbrug passeerde ik een mede-deelnemer. ’s Avonds belde hij mij op en zei: “Heb je enig idee hoe hard je reed?” Ik zei: “ruim 100 denk ik”. “Nou”, zei hij: “het was tegen de 120 aan”. Ik zei: “dat lijkt me sterk.”
Kort daarop krijg ik een bekeuring. Ik dacht daar keurig 80 km/u te hebben gereden, maar de bekeuring was 93 km/u. Toen ben ik gaan nadenken en realiseerde me dat ik een andere versnellingsbak heb en die geeft de snelheid door via een kabel. Daarna hebben we jaren gereden met een briefje aan het dashboard met daarop een tabelletje waarop de ware snelheid naast de aangewezen snelheid stond. Op een gegeven moment heb ik op een onderdelendag een V4 klokje gekocht van de eerste generatie V4’s. Die heb ik erin gezet en nu klopt het weer. We weten dus niet precies hoeveel we er mee gereden hebben, maar al met al zijn het veel kilometers.”
De auto is nooit gerestaureerd. Hij is alleen onderhouden en opgeknapt. “Ik heb een grote compressor thuis en daarop doe ik wel eens een zandstralertje en dan kun je alle plekken die roestig zijn tot op het metaal blank spuiten. Zo heb ik hem bewerkt. Alle ruiten eruit en in de slechte stukken nieuw metaal gelast. Dat was voor de tijd dat ik een goede lasser kende, dus het lassen was goed maar niet meer dan dat. En dan werd ‘ie gespoten. Nu ken ik een fantastische lasser hier in mijn woonplaats, dus dat doe ik niet meer zelf.”
Jan heeft een map vol met papieren bij de auto, met onder andere de originele tenaamstelling. De auto is geregistreerd geweest bij de Zweedse Saabclub, de stickers daarvan zitten er nog steeds op. Maar ook het originele garantiecertificaat en serviceboekje – servicebok in het Zweeds – zijn aanwezig. Volgens de aanwezige taxatierapporten is de waarde van de auto in 20 jaar tijd gestegen van fl. 8.500 naar € 15.000, een bijna verviervoudiging!
Wat zijn de plannen met de auto? “Ik hou hem gewoon en blijf er mee doorrijden. Ik mag hem niet wegdoen want mijn oudste dochter is mede-eigenaar. Zij rijdt er het meeste mee. Het grote voordelen van een tweetakt is dat je nooit last hebt van bumperklevers! Ik heb ooit een tocht gereden en toen reed er een hele mooie Austin Healey achter me, een plaatje van een auto. Toen moesten we wachten voor een spoorwegovergang en die bestuurder stapte uit de auto en tikte op mijn raam. Hij vroeg: “mag ik alsjeblieft voor u rijden?” Ik zei: “Maar natuurlijk!”
Tenslotte nodigt Jan me uit een ritje te maken in de auto. Voor mij een sensatie, het is de eerste keer dat ik in een tweetakt rij. Toch rij ik er zo mee weg, ondanks de stuurversnelling. Wat je merkt is dat de auto niet op de motor remt en dit tezamen met remmen die 60 jaar geleden ontwikkeld zijn, maakt dat je meer moet anticiperen in het verkeer. De tweetakt heeft verrassend veel power en tot 80 km/u kun je gemakkelijk met het verkeer meekomen. Waar ik ook verbaasd over ben, zijn de zaken in de auto waarmee Saab z’n tijd ver vooruit was. Zo heeft deze 56-jarige tweetakt al thermostatische interieur temperatuurregeling en regelbare dashboard verlichting.
Als niet-tijdsconforme accessoire heeft Jan gordels gemonteerd. Heel begrijpelijk gezien zijn rijstijl en temperament! Het is voor mij een aangename kennismaking met een type Saab dat ik tot voor kort niet kende. Ik kijk er nu toch met andere ogen naar.
Tekst: Peter Harmsen
Foto’s: Peter Harmsen en Jan Dragt